Deze beugel wordt ingezet tijdens de zogenaamde ‘nabehandeling’. Wanneer de behandeling met de vaste apparatuur ten einde is gekomen, staan de tanden en kiezen nog wat los in de kaak. Het duurt altijd even voordat deze weer vastgegroeid zijn en om te voorkomen dat de tanden weer terug gaan staan in de oude stand plaatsen we een retentiebeugel.
Bij de meeste patiënten is deze retentiebeugel een stalen (dun) draadje dat we aan de binnenkant van de onderste en vaak ook van de bovenste snijtanden aanbrengen. In principe is de bevestiging ervan permanent, tenzij er zich problemen voordoen, bijvoorbeeld het ontstaan van gaatjes. Daarom moet er goed gepoetst worden en goed gebruik worden gemaakt van ragertjes in combinatie met tandenstokers en flossdraad (superfloss). Is een spalk in de bovenkaak niet mogelijk, dan meten we een OIR (Orthodontic Invisible Retainer) aan. Dit is een nachtbeugel die zo lang en vaak mogelijk gedragen moet worden om een optimaal eindresultaat te kunnen behouden.
Meer informatie over de retentiebeugel vind je hier.